Asymmetrische Tonische Nek Reflex (ATNR)

Opkomst in week 18 van de zwangerschap. Remming en inhibitie ± 6 maanden na de geboorte. Als de ATNR nog aanwezig is heeft deze invloed op lateraliteit en beinvloed balans, evenwicht en coordinatie.

De ATNR heeft invloed op cognitieve vaardigheden bij het leren op school, met huiswerk, de ogen, de oren, bij het spreken en schrijven: Algemene concentratie problemen bij de volgende aspecten: wisselende lateraliteit (chaos in het systeem en niet tot automatiseren kunnen komen), moeilijkheden bij het schrijven (de harde druk op de pen, slordig schrijven.) Bij de ogen heeft het kind problemen met het volgen van de letters en woorden van links naar rechts in een saccadische oogbeweging en de fixatie waardoor leesproblemen kunnen ontstaan. Bij de oren kan er sprake zijn van auditieve vertraging en verwarring. Ambivalentie bij de lateraliteit van de oren. Het wisselen van oordominantie. Het kind hoort wisselend met het rechter oor en dan weer met het linkeroor.

Bij (snel) spreken worden de woordfragmenten verwisseld.(dysgrammatisme) Een ander reflex dat veel invloed heeft op het goed functioneren van het lichaam is de Asymmetrische Tonische Nekreflex (ATNR).Deze reflex komt tevoorschijn rond 4 tot 4 1/2 maand in de zwangerschap. De zwangere vrouw zegt dan ook dat de baby is begonnen met schoppen. Wanneer de baby zijn hoofdje draait zullen de ledematen aan de kant waarheen het hoofd draait zich gaan strekken en aan de andere kant zich gaan buigen.

Het is vooral goed zichtbaar bij de arm en hand.Deze reflex is het allereerste begin van de hand-oogcoördinatie; wanneer de baby naar zijn handje kijkt en dan zijn hoofdje draait gaat de arm zich strekken en de ogen volgen het handje. Op deze manier leert het kindje zijn ogen op een verdere afstand te focussen.Deze reflex zou geïnhibeerd moeten zijn op z’n laatst rond 6 maanden na de geboorte.Wanneer deze reflex na 6 maanden nog aanwezig is zal het kind moeite hebben met het stabiliseren van de eenzijdigheid van handen, oren en ogen (geen voorkeur ontwikkelen voor links-  of rechtszijdigheid).

Geen oog dominantie op verre en nabije afstand zal een grote factor zijn in de lees, schrijf, en spelmoeilijkheden.Ook bij kinderen met schrijfproblemen is deze reflex vaak nog steeds aanwezig. Wanneer men deze kinderen vraagt om een woord mondeling te spellen kunnen zij dit prima, maar wanneer men ze vraagt om hetzelfde woord op te schrijven lukt hen dat niet. Want telkens wanneer het hoofd draait om naar de hand te kijken die gaat schrijven, wil die arm zich gaan strekken en de hand gaan openen, waardoor de pen op een krampachtige en onvolwassen manier wordt vast gehouden.

Deze kinderen zijn dan zo bezig met de mechaniek van het schrijven dat ze daardoor de informatie van hun oren en ogen niet op papier kunnen krijgen. Het heeft niets te maken met intelligentie. Deze kinderen raken erg gefrustreerd, omdat ze weten dat ze dit zouden moeten kunnen.